Overproductie in de kledingindustrie is een van de grote problemen bij het creëren van een duurzame sector. Anders dan bij kledingafval dat na consumptie ontstaat, is er bij overproductie sprake van het bewust meer maken van kleding dan er verkocht wordt. Deze ongewenste kledingstukken moeten ergens heen. In het geval van veel modebedrijven, met name luxemerken, wordt deze kleding vernietigd. Zo wordt voorkomen dat ze opduiken op tweedehandsmarkten of met korting worden verkocht, wat een negatieve invloed kan hebben op het imago, de prijs of de exclusiviteit van een kledingbedrijf. Luxemerken zijn echter niet de enige boosdoeners op het gebied van overproductie. Fast fashion-giganten hebben in het verleden gemeld 4,3 miljard dollar aan onverkochte voorraden te hebben.

Als overproductie zo’n wijdverbreid probleem is in de industrie, hoeveel ongewenste kleding produceren we dan en waarom doen merken dat?

BERGEN KLEDING
Het kan moeilijk zijn om het exacte aantal onverkochte kleding te vinden dat bewust wordt overgeproduceerd. Merken delen deze informatie meestal niet graag. Toegeven aan grootschalige overproductie is vaak slecht voor de publiciteit. Naar schatting wordt 30% van de wereldwijde kleding nooit verkocht. Nog eens 30% van de kleding wordt alleen met korting verkocht. Dit betekent dat meer dan de helft van de wereldwijd geproduceerde kleding niet voor de volle prijs in de winkels wordt verkocht. Als je bedenkt dat de kledingindustrie elk jaar gemiddeld 150 miljard kledingstukken produceert, ruwweg genoeg voor 20 stuks voor elke persoon in de wereld, begint die 30% onverkochte kleding gelijk te staan aan een enorme hoeveelheid verspilde materialen. In de kern is overproductie slecht voor iedereen: producten produceren die niet verkocht kunnen worden, kost een bedrijf verspilde tijd en middelen en eist een hoge tol van het milieu.

DUS WAAROM OVERPRODUCEREN MERKEN?
Merken doen aan overproductie om verschillende redenen. Deze kunnen worden veroorzaakt door van alles, van onjuiste marktvoorspellingen tot het wantrouwen van leveranciers om kleding volgens een betrouwbare planning te produceren.

WAT GEBEURT ER MET OVERTOLLIGE KLEDING?
Wat er gebeurt met onverkochte producten hangt af van een groot aantal factoren, waaronder de markten waarin een merk actief is en de kosteneffectiviteit van de verwijdering.

IN VLAMMEN OPGAAN
Misschien wel de grootste krantenkop is wanneer bekend wordt dat merken overtollige voorraad hebben verbrand. Merken kunnen hun voorraden om verschillende redenen verbranden, bijvoorbeeld om een gewenst merkimago in stand te houden of omdat ze gewoon geen andere manier hebben om van overtollige artikelen af te komen.

DOORVERKOCHT, GEDONEERD EN AFGEPRIJSD
Verkoopborden met kortingen wegens overproductie van kleding
Sommige merken hebben meer kortingspunten voor overgeproduceerde kleding dan gewone winkels. In vlammen opgaan is niet het enige lot van overgeproduceerde kleding. Kleding kan ook worden verzonden om te worden verkocht op niet-concurrerende markten, zoals die in verschillende landen. Ook kan kleding worden verkocht via discounters. Het is schokkend dat sommige merken tegenwoordig meer discountwinkels hebben voor de verkoop van overgeproduceerde voorraad dan gewone winkels. Kleding kan ook aan goede doelen worden geschonken. Hoewel dit goed klinkt, is het niet altijd een perfecte oplossing als een merk ongewenste voorraad aan een goed doel schenkt. Als het onverantwoord gebeurt, kan het ertoe leiden dat organisaties ongewenste kleding dumpen in derdewereldlanden, onder het mom van donatie. Dit verplaatst de vervuiling gewoon naar elders. Sommige duurzame merken zijn begonnen met het hergebruiken van ongebruikte voorraad. Het opnieuw opnemen in de productie. Hoewel niet perfect, is dit duurzamer dan het alternatieve lot van ongewenste kleding.

WAAROM ZOUDEN WE ONS ZORGEN MAKEN?
Overproductie is zo ingebakken in de kledingsector dat het gemakkelijk over het hoofd kan worden gezien. De gevolgen ervan zijn echter divers, staan met elkaar in verband en kunnen bij een verkeerde aanpak desastreus zijn. Mode is al een grote vervuiler, verantwoordelijk voor ongeveer 10% van de wereldwijde koolstofuitstoot. Overproductie verergert deze vervuiling, ongebruikte kleding die wordt verbrand of gedumpt dient geen enkel doel en draagt bij aan de 92 miljoen ton vast afval die de industrie jaarlijks produceert. Overproductie verspilt ook alle energie en hulpbronnen die nodig zijn om een kledingstuk te maken. Als voor de productie van één spijkerbroek 7.500 liter water nodig is, is die verspilling des te rampzaliger omdat de spijkerbroek niet eens wordt gebruikt.

HOE GAAT FIER BEDRIJFSKLEDING HIER MEE OM?
Uiteindelijk moeten bedrijven veranderen hoe zij produceren en op welke bedrijfsmodellen zij zijn gebaseerd. FIER produceert op aanvraag en houdt geen voorraden aan. Kleding wordt alleen op bestelling gemaakt, waardoor het risico van overproductie wordt geëlimineerd en verminderd. Daarnaast werkt FIER met een beperkte oplage van producten, waarbij slechts een beperkt aantal artikelen wordt gemaakt, biedt een oplossing voor overproductie.

WAAR MOET JE ALS AFNEMER OPLETTEN OM JE STEENTJE BIJ TE DRAGEN?
Kies bewust voor leveranciers/producenten die geen grote voorraden aanhouden om mogelijk in de toekomst klanten te kunnen bedienen. Dit is niet de oplossing voor het tegengaan van overproductie. En ga het gesprek aan over minimale aantallen zodat jij als klant niet met een onnodige voorraad aan (bedrijfs)kleding wordt opgescheept,. Dat is namelijk het verleggen van het probleem.